Kutná Hora
Hrádek
- české muzeum stříbra
Het Kasteel, het Tsjechische
zilvermuseum en de zilvermijn.
Eerst een stukje geschiedenis over Hradek (het kleine kasteel)
waar het Tsjechische zilvermuseum in gehuisvest is waar we een kijkje gaan
nemen.
(infobron: Tsjechie.net .. auteur Kees Deurloo)
Het oorspronkelijke “Hradek”,
Klein Kasteel, was een eenvoudige versterking, gebouwd in de 13e eeuw. In de
eeuw daarna werd het verbouwd tot een versterkt paleis.
De eerste geregistreerde eigenaar was Herman de Castro, “Herman van het Kleine
Kasteel”. Door de jaren heen wisselde het kasteel vele malen van eigenaar.
Misschien wel de meest beroemde of beruchte eigenaar was Jan Smíšek van
Vrchovište. Smíšek verdiende zijn fortuin in de (zilver)ertshandel, kocht zich
daarna in bij de aristocratie en verbouwde het kasteel op grote schaal. Hij
betaalde deze hele operatie met de producten van een illegale zilvergieterij,
die verborgen was in zijn kasteel.
In de 16e eeuw werd het Hradek gekocht door Albrecht van Gutenstein, de Meester
van de Koninklijke Munt.
In de volgende eeuw werd het een seminarie van de Jezuďeten en een
jongensschool.
In de 19e en 20e eeuw diende het weer een opvoedkundig doel: deze keer werd het
een pedagogische academie, geleid door de onderwijsdeskundige Gustav Adolf
Lindner, die wordt herdacht met een plaquette boven de ingang van het gebouw.
In 1938 werd het Hradek een museum, maar dat duurde maar even, omdat het werd
gevorderd door het Duitse leger. Het museum ging na de oorlog weer open.
Het is een mooi gebouw waar we binnen komen. rechts is een kantoor waar je een kaartje kunt kopen. We hebben keuze uit 2 rondleidingen:
Město stříbra- de stad van het
zilver.
Deze route neemt je mee door het binnenste van het paleis, waar je het “mázhaus”
kunt zien, een grote ruimte, die ooit als werkplaats werd gebruikt en waar nu
een expositie van de geologie en de geschiedenis van Kutná Hora is te zien. Deze
route gaat ook door de Renaissance Zaal, de Ridderzaal, de Munt, de Banket Zalen
en door de Kapel van St. Wenceslas.
(duurt ongeveer 1 uur )
Omdat we maar 1 dag hebben in Kutna Hora moeten we helaas keuzes maken. We kiezen dit keer alleen de 2e rondleiding.
Cesta stříbra- de route van
het zilver.
Deze route geeft een idee van het dagelijkse leven van de middeleeuwse
mijnwerkers. Je kunt de hulpmiddelen zien die ze gebruikten, en hoe het
zilvererts werd gedolven en verwerkt. En, als je niet aan claustrofobie lijdt,
kun je een echte mijn onder de grond bezoeken.
Er kwamen 9 vooraf gereserveerde mensen niet opdagen, waardoor we een prive rondleiding in het Engels kregen. Nadat we onze rugtassen veilig in een kast hadden opgeborgen (omdat er beneden in de mijn erg weinig ruimte was)gingen we op weg. We gingen als eerste naar een kleine ruimte die een mijnschacht voorstelde. Hier kon je goed zien hoe en waarmee de mijnwerkers diep beneden in de mijn het zilver dolven.
Buiten op de binnenplaats in een soort ronde hut staat een groot houten wiel in het midden, deze werd vroeger door paarden rondgedraaid waardoor de erts uit de mijn omhoog gehaald kon worden. Hier kregen we de uitleg over hoe het vroeger allemaal verliep in en rondom de zilvermijn. In deze ruimte kregen we ook de speciale witte mijnwerkersjas (die ze vroeger ook droegen )om aan te trekken. De jassen zijn wit, omdat de mijnwerkers elkaar dan gemakkelijker konden zien maar vooral omdat dit de goedkoopste stof was die er te koop was in die tijd. Naast deze Jas kregen we ook allemaal een veiligheidshelm met een lamp zodat we wat konden zien beneden in het donker. Dit was vroeger niet zo..de mijnwerkers droegen wel een soort helm maar dan van leer gemaakt en gebruikten een soort kandelaar waar ze dierlijk vet in branden om licht te hebben beneden.
Vanaf het museum moesten we nu
een klein stukje over straat de berg op naar de ingang van de zilvermijn.
Hier gingen we met een grote metalen trap 160 traptreden naar beneden (ca. 30
meter) Dat is ongeveer het niveau van het dal van de Vrchli. Gelukkig
hoefden we die later niet weer omhoog..haha
Eenmaal beneden sta je in een hele andere wereld. Donker, vochtig maar mooi. Je moet door het druppende water en de vochtige vloer wel opletten dat je voorzichtig loopt en niet uitglijdt. Eerst gaan we een stukje rechtsaf de mijnschacht in. Hier zijn de muren wit van het druipsteen.
Aan het einde van deze gang kon je wel verder kijken maar niet
verder lopen...
het was hier niet heel erg hoog en we moesten gebukt staan en dus maar gehurkt
op de foto.
Hierna gingen we dezelfde gang terug en toen linksom verder. Hier waren zelfs mossen te zien die in het totale donker blijkbaar gewoon groeide....
Een bijzonder gezicht de combinatie van druipsteen in diverse kleuren en verschillende soorten mos...Deze leek net een beest.
Tevens kwamen we langs kleine poeltjes helder gekleurd water. Je kon met behulp van je lamp op je helm helemaal op de bodem kijken. Nu weten we dat in dit water arsenicum zit, vroeger wist men dit niet en heeft vele mijnwerkers die dit jarenlang dronken het leven gekost.
Het laatste stukje was verstevigd en vernieuwd omdat het anders zou kunnen instorten, na dit stukje kwamen we bijna onder bij het museum weer naar buiten waar onze begeleider de mijn weer afsloot.
Van hieruit had je een mooi zicht op de
kathedraal, zelf gingen we de andere kant op....het laatste stukje moesten we
omhoog lopen tot we weer in het kleine kasteel kwamen. Hier moesten we de jassen
en helmen weer inleveren.
Op de binnenplaats laat het museum de bezoeker zien hoe de mijnwerkers buiten de mijn het zilver verwerkte, hoe er water op gepompt werd en hoe men het zilver uit de brokken gedolven steen haalden.
Na deze binnenplaats lopen we bijna terug naar de ingang en gaan dan nog een kelder in waar we de uitleg krijgen wat er verder met het pure zilver gebeurde. Zilver is te zacht van zichzelf en wordt daarom met een ander metaal gemengd zodat het als muntstukken kan worden geslagen.
Eeuwen lang was het Italiaanse Hof (Vlasšký Dvůr) het centrum van economische
macht, niet allen van Kutná Hora, maar van het hele koninkrijk Bohemen. Het hof
werd laat in de 13e eeuw gebouwd als veilige opslag- en verwerkingsplaats van
het zilvererts, dat werd gewonnen in de mijnen van Kutná Hora. Bij de grote
financiële hervorming in 1300 tijdens de regering van Wenceslas II, werd het de
Nationale Munt met exclusieve rechten om de beroemde “Praagse Groschen” (de
Praagse Kroon) te slaan. Experts op dit gebied, -muntmakers en muntstempelaars-,
werden helemaal uit Florence in Italië naar Kutná Hora opgeroepen. De muntmakers
sneden de staven zilver in dunne schijfjes waarna de stempelaars ze stempelden
met afbeeldingen en tekst.
Het waren deze Italiaanse werklui die de naam aan deze plaats gaven: Italiaanse
Hof.
|
Welkom op www.vakantietsjechie.cz
de website van |
|
Dit werk is auteursrechtelijk beschermd
Gebruik of verspreiding
zonder onze persoonlijke toestemming is verboden